
Van strijd naar samenwerking: de weg van bemiddeling
Op 21 februari 2005 werd in België de wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek in verband met bemiddeling ingevoerd. Deze wet had tot doel bemiddeling in alle domeinen van het sociale en economische leven te erkennen als een volwaardige methode voor conflictoplossing, naast de klassieke juridische rechtsgang. Ze beoogde onder meer een snellere, minder belastende en meer duurzame procedure.
Familiale bemiddeling was toen al verankerd in ons rechtssysteem. Sinds de wet van 19 februari 2001 hebben ouders, (ex)-partners en andere familieleden de kans om samen, met de deskundige medewerking van een erkende bemiddelaar als neutrale derde, duurzame oplossingen voor hun geschil uit te werken.
Dit wettelijke bemiddelingskader betekende een belangrijk keerpunt in hoe we omgaan met familiale conflicten en luidde een fundamentele verschuiving in van juridische strijd en confrontatie naar dialoog en verbinding.
Toch blijft bemiddeling blijft onderbenut, waarom?
Ondanks de wettelijke erkenning blijft familiale bemiddeling in de praktijk onderbenut. De Belg stapt nog steeds te vaak naar de rechter. Jaarlijks vellen onze familierechtbanken tienduizenden vonnissen, terwijl er slechts sprake is van enkele duizenden bemiddelingsprocedures per jaar.
Het aantal familiale bemiddelingen, zoals echtscheidingen, verblijfsregelingen of ouder-kindgeschillen, stijgt wel gestaag.
Ook al zit bemiddeling in de lift, toch geeft het Justice Scoreboard 2022 aan dat België op vlak van sensibilisatie meer kan doen om bemiddeling sterker te promoten en resoluut in te zetten op praten in plaats van pleiten.
Bemiddelingsparadox
Het potentieel van bemiddeling blijft onderbenut, wat tot de zogenaamde bemiddelingsparadox leidt: hoewel bemiddeling erkend is als een juridisch volwaardige methode, ze in veel gevallen succesvol en goedkoper is dan een gerechtelijke procedure, kiezen rechtszoekenden zelden voor bemiddeling. Nochtans leidt bemiddeling volgens de bemiddelingsbarometer 2018 in 70% van de vrijwillige familiale bemiddelingen tot een akkoord. Daarenboven verlaagt rechtsbijstand bij bemiddeling eventuele financiële drempels.
Hoe komt dat?
Ofschoon bemiddeling haalbaar en effectief is, denken mensen er vaak niet aan of hebben er weinig vertrouwen in. Een hardnekkig misverstand blijft bv. dat een juridische procedure onafwendbaar zou zijn en dat bemiddeling een proces hooguit kan uitstellen, maar geen op zichzelf staande, volwaardige vorm van geschilbeslechting is.
Wetgever, rechtbanken en de Federale Bemiddelingscommissie mogen dan al bemiddeling aanmoedigen, in mijn praktijk merk ik dat partijen vaak moeite hebben om in het samen zoeken naar uitwegen uit hun geschil hun deel van de verantwoordelijkheid op te nemen.
Een mogelijke verklaring is de individualistische tendens in onze samenleving: men wil het onderste uit de kan halen en is bereid om daarvoor tot het uiterste te gaan, zelfs als dat leidt tot langdurige familiale ontwrichting met zware gevolgen voor alle betrokkenen en zeker voor de kinderen.
Daarnaast hangt veel af van het conflict zelf. Niet elke familiekwestie is geschikt voor bemiddeling. Wanneer de verhoudingen al zodanig verzuurd of ernstig verstoord zijn en de partijen niet (meer) bereid of niet (meer) in staat zijn om de dialoog actief aan te gaan, is bemiddeling vaak geen haalbare kaart.
Het is daarom cruciaal om bemiddeling vroegtijdig in te zetten, vóórdat conflicten escaleren. Hoe sneller de bemiddelaar in beeld komt, hoe groter de kans op succes.
Gerechtelijke bemiddeling
In 2018 heeft de wetgever een bijkomende belangrijke stap gezet in het versterken van een juridisch kader voor bemiddeling. De nieuwe bemiddelingswet maakt het mogelijk dat de rechter bij de inleiding van hun rechtszaak de partijen een poging tot bemiddeling kan opleggen.
Het doel van deze wetswijziging is duidelijk: de toegankelijkheid van bemiddeling vergroten en de rechtbanken ontlasten.
Indirect kan dit gezien worden als aanmoediging tot diepe participatie. In familiale geschillen betekent dit, naast de gedeelde verantwoordelijkheid voor conflictoplossing, ook werkelijke betrokkenheid bij het eigen lot. Via bemiddeling krijgen partijen ruimte om – binnen de wettelijke grenzen – zelf de regie te behouden over hun toekomst, in plaats van afhankelijk te zijn van een rechterlijke beslissing.
Een samenleving van conflicten: waarom kiezen we nog steeds voor juridische strijd?
De context waarin familiale conflicten zich afspelen, is in de afgelopen twintig jaar snel veranderd. We leven in een tijd van polarisatie en maatschappelijke verharding. Familiale relaties worden beïnvloed door veranderende gezinsstructuren, socio-economische druk en sociale media. De ego-cultuur, waarin individuele belangen primeren, heeft de intermenselijke relaties verruwd. We zitten vast in ons eigen gelijk en dat maakt probleemvermijdende, probleemontmijnende of probleemoplossende communicatie steeds moeilijker.
Het aantal echtscheidingen in België is de afgelopen jaren licht gestegen. In 2023 registreerde Statbel 20.034 echtscheidingen, een toename van 3,6% ten opzichte van 2022. Volgens Opgroeien is ongeveer 20% van de scheidingen hoog-conflictueus, waarbij kinderen klem komen te zitten. Velen maken na een scheiding meerdere veranderingen in hun gezinssituatie door en ervaren minstens drie transformaties bij één van de ouders, waaronder ten minste één nieuwe relatieontbinding. Deze cijfers laten vermoeden hoe complexe en mogelijk conflictueuze scheidingen een enorme impact kunnen hebben op kinderen.
De toekomst: familiale bemiddeling als norm, niet de uitzondering
Om familiale bemiddeling de plaats te geven die ze verdient, is een structurele omslag nodig.
Dit betekent dat de bestaande wettelijke verankering niet alleen behouden blijft, maar ook dat lopende beleidsmaatregelen en initiatieven nog verder worden versterkt en verfijnd. Het is belangrijk om te onderzoeken welke aspecten van de huidige wetgeving en praktijk verbeterd kunnen worden, bijvoorbeeld door betere doorverwijzing, verhoogde toegankelijkheid en een bredere sensibilisering van zowel juridische- en welzijnsprofessionals als rechtszoekenden.
Levenshouding
Die structurele verankering van bemiddeling in ons rechtssysteem is evenwel slechts een deel van de shift naar dialoog en verbinding. De moed om zich kwetsbaar op te stellen is minstens even belangrijk.
Dit betekent dat we vanuit een houding van mededogen moeten inzetten op bemiddeling. De samenleving heeft nood aan een menselijke aanpak van conflicten.
In plaats van angstig vast te houden aan een op eigen rechten en strijd gebaseerd win-verlies-denken moeten we dringend werk maken van een verschuiving in mindset en gaan naar een win-win-houding. Ruziënde families en gezinnen hebben behoefte aan veilige ruimte en sociaal vertrouwen om uit hun impasse te geraken.
Wat is daarvoor nodig?
- Empowerment: meer zeggenschap over de eigen situatie krijgen, vanuit het geloof in de kracht van het individu. Dit moet binnen de bredere omgeving van gezin en familie gebeuren.
- Veerkracht: de vaardigheid om “in belastende situaties de juiste paraplu op zak te hebben”1. Dit vraagt niet alleen zelfcontrole, maar ook een stevige sociale omkadering, zodat men verantwoordelijkheid neemt voor de eigen rol in het conflict en actief bijdraagt aan de oplossing.
- Empathie: “bemiddeling als nieuwe taal”2 voor burgers, juridische- en welzijnsprofessionals. Empathie moet opnieuw een basisvaardigheid worden. Respectvol, onbevangen en oordeelloos luisteren, met de bereidheid elkaar te begrijpen. Op dat snijpunt, waar tegenstrijdige belangen elkaar raken, ontstaat de ruimte voor een gemeenschappelijke oplossing.
Verbinding als sleutel
Essentieel in dit proces is verbinding: de bereidheid om de ander te horen, om elkaars perspectieven te begrijpen en samen tot een duurzame en gedragen oplossing te komen. Dit vraagt om een maatschappelijke transitie waarin conflictvaardigheid geherwaardeerd wordt. Want bemiddeling is meer dan een procedure. Het is een levenshouding die vertrekt vanuit de erkenning van wederzijdse belangen en de wil om samen tot duurzame oplossingen te komen.