Wandelen en ruimte maken voor een écht gesprek

Wandelen en ruimte maken voor een écht gesprek

Hoe twee ex-partners, jaren na hun scheiding, al wandelend weer verbinding vonden

In veel bemiddelingstrajecten, zoals bij een scheiding, ligt de focus al snel op het treffen van noodzakelijke, praktische regelingen. Maar die lossen helaas niet altijd alles op. Ondanks de gemaakte afspraken blijven heel wat vragen onbeantwoord en kan je nog steeds rauwe pijn voelen.

Woorden die nooit zijn uitgesproken, gevoelens die nooit zijn erkend, barsten die nooit zijn gezien, … ze laten zich niet zomaar opzijzetten of onderdrukken. Vroeg of laat steken ze weer de kop op. Omdat emoties nu eenmaal gezien, gehoord, erkend en begrepen willen worden.

Het verhaal dat ik hieronder deel speelde zich niet af tijdens een formele bemiddeling, maar erna – tijdens een conflictcoaching binnen mijn werk als wandelcoach.
Maar het illustreert hoe diepe wandelgesprekken kunnen helpen om sluimerend verlies een plek te geven. Ook lang na de breuk.

Want wat gebroken is blijft etteren wanneer het geen aandacht krijgt. Wonden helen pas wanneer ze eindelijk in het licht mogen komen. Soms is het nodig om eerst stil te staan bij wat nooit kon worden gezegd, voor je weer vooruit kan.

Elk herstel begint met begrijpen

Twee ex-gehuwden, elk met een nieuwe partner, kwamen naar mij met een gedeelde wens: opnieuw normaal met elkaar kunnen praten. Ze wilden weer op een ontspannen manier met elkaar kunnen omgaan, zonder dat oude spanningen steeds de kop opstaken. Zelfs een 10-tal jaar na de scheiding zaten hun woorden nog steeds vast. Hun wonden lagen diep.

Vijf keer trokken we samen de paden op. In het begin liep er spanning mee, als een onuitgenodigde, maar prominent aanwezige vierde.
Terwijl we door bos en veld stapten, kwamen de oude verhalen weer naar boven. En die brachten ook de oude patstelling terug.

We besloten om te vertragen. Een stap terugzetten. Om niet meteen weer samen door die ene deur te willen, maar eerst ruimte te maken voor ieders emoties, ieders pijn. Boosheid, verdriet – het mocht er allemaal zijn. Een afzonderlijk wandelgesprek met elk van de twee, als rustpauze, gaf extra zuurstof. Na jaren van ontwijken en opgekropt leed konden ze eindelijk vrijuit spreken. Toen pas kon ieder zijn verhaal laten stromen, ongefilterd, zonder rekening te houden met de ander. Dat verlangzamen hielp om een doorbraak te bereiken. We hernamen de gemeenschappelijke wandelsessies.

Mijn rol als gespreksbegeleider was het om die bereikte fragiele opening te bewaken. Om een pad uit te tekenen waar beide stemmen evenveel weerklank vonden. Al stappend liet ik hen op verhaal komen.
Ik lette op de pas, op de rust.
Luisterde, stelde vragen, hield het gesprek open.
Gaf hun kwetsbaarheid een veilige bedding. Soms deed de stilte méér werk dan de woorden.

Aandacht voor wat kapot ging

Hij beschreef hoe hij ziekte overwon, maar daarbij zichzelf kwijtraakte. Hoe hij zich in die periode terugtrok, op zoek ging naar houvast, alleen, zonder uit te reiken naar haar.
Zij vertelde hoe ze in diezelfde periode al haar energie stak in het draaiend houden van hun gezin, zonder ruimte voor nog meer gewicht op haar schouders.
Ze groeiden uit elkaar. Het gemis werd groter, de frustratie dieper, de verbinding verdween, de liefde droogde op.
Tot er niets meer over was om vast te houden, behalve de kinderen.

Nu, jaren na de scheiding, vonden ze tijdens vijf gecoachte wandelingen eindelijk de moed om elkaar met open vizier tegemoet te treden. Om elkaar niet langer te sparen. Om eindelijk te zeggen én te ontvangen wat al zolang uitgesproken en gehoord had moeten worden.

Hij bracht zijn jarenlange focus op zichzelf helder onder woorden.
Zij kreeg de verklaring waar ze decennialang naar had gezocht.

De spanning week. Het begrip groeide. En stap voor stap toonde zich een weg naar wederzijdse erkenning en respect. Tijdens onze laatste sessie bespeurde ik zelfs een voorzichtige blijheid.

Herstel is niet verzoenen. Herstel is leren leven met wat gebroken is. En daarin een nieuwe vorm van verbinding vinden.

Wat ik in dit verhaal zag gebeuren, gebeurt vaker.

Wandelend kunnen mensen elkaar opnieuw ontmoeten – eerlijk, oprecht

Ook als de scheiding, zoals in dit verhaal, jaren achter je ligt, kunnen begeleide wandelgesprekken een verschil maken. Soms is een kronkelend bospad de kortste weg naar elkaar.

Daarom pleit ik voor vertraging. Voor tijd om ook stil te staan bij wat er onderhuids speelt. En wandelen helpt daarbij als een zachte katalysator.

Deze coaching blijft me bij: twee mensen die ooit partners waren, wandelden zij aan zij. Er was een agenda en een gedeelde wens, maar voor de rest alleen een pad door het open landschap. Eerst was er voorzichtigheid, dan kwamen de herinneringen, de onverenigbare gevoelens, en uiteindelijk wederzijdse erkenning en begrip. Het tempo van de voeten werd het tempo van het gesprek. Zonder druk, zonder haast.

Mijn ervaring leert dat het opnemen van deze gevoelslaag een vaste plek verdient binnen bemiddelingstrajecten – tijdens de procedure én daarna. Zelfs als de formele stappen al lang gezet zijn, kan er altijd plaats gemaakt worden om de dialoog aan te gaan. En soms is het genoeg om even samen te lopen, te kijken naar dezelfde horizon, en te voelen hoe er iets begint te verschuiven.

Conflictbegeleiding – tijdens of zelfs jaren na de scheiding – kan helpen om woorden te vinden voor wat onderhuids bleef, om echt te luisteren zonder te onderbreken, om werkelijk te begrijpen wat de ander bedoelt en zo de communicatie te herstellen. Een zorgvuldig begeleid gesprek, al wandelend naast elkaar, kan de deur openen naar sereen contact. Naar minder spanning bij noodzakelijke ontmoetingen en meer ruimte om de bladzijde waardig om te slaan.

Daarom geef ik wandelgesprekken – indien gewenst – een plaats binnen bemiddelingstrajecten en, waar nodig, in een opvolgfase. Een optie die je eventueel meteen in het bemiddelingsakkoord meeneemt.

Soms is zo’n stap de eerste zachte bocht naar een nieuw hoofdstuk.

© Pola Franken